Handen in het haar.

Geen droog brood te verdienen

Handen in het haar.

Ik zit met mijn handen in het haar. Ik weet het even niet meer en ik heb stevige shit met mijn vrouw zegt Peter. Dat komt omdat mijn moeder met haar moeder ruzie heeft. Ja en dat kwam door de zaak en dat kwam weer door Corona. Eh zeg ik. Ik kijk vragend. Hoe begin ik hier, zeg ik tegen mijzelf.

Door Corona raakte ik mijn mensen kwijt zegt Peter. Horeca hè. Ik run een klein restaurantje in de stad. ’s Middags lunch, in de middag borrel en dan lekker eten. Niet te gek maar gewoon leuk. Ik doe dat al jaren. Gaat al jaren goed. Maar door dat gedoe met open en dicht zijn, Corona dus, vertrokken mijn mensen. Normaliter heb ik ook verloop maar dat pas ik altijd wel weer in. Nu is het anders. Toen we een paar weken geleden weer open mochten, had ik geen mensen en stond er alleen voor. Het was niet mogelijk zo 1,2,3 even nieuwe mensen te ronselen. De hele horeca is namelijk op zoek.

Dus ik vertel dat op de verjaardag van mijn vrouw, maar zij hield haar mond stijf dicht. Die krijg ik met geen 10 paarden de zaak meer in. Ze is jaren geleden al gestopt. Ze heeft genoeg gebuffeld. Maar mijn moeder was niet meer te houden en bood spontaan haar hulp aan. Ja en die van mijn schoonmoeder, die trok ze daar in mee. Gaan wij dat toch doen had ze gezegd. We hebben lang genoeg thuis gezeten. Komen we eindelijk weer onder de mensen.

Ze is het café met mijn vader begonnen en ik ben het niet verleerd had ze gezegd. Ze zou mijn schoonmoeder daarbij wel even instrueren. Mijn schoonmoeder kreeg niet de kans er wat over te zeggen, want mijn moeder walste er dwars over heen. Ze was, net als vroeger, weer helemaal de ondernemer. Thuis had ze ook altijd de broek aan. Mijn vader had niets te vertellen. Hij zei daarom thuis ook niet veel want hij kreeg er toch geen speld tussen. Hij bleef liever in de kroeg. Ja dat snap ik nu wel.

Goed, de 2 moeders gingen helpen. Ik dacht nog, ik breng de lunchkaart wat terug. Wat broodjes, wat tonijnsalade, beetje zalm, kaas, wat vleeswaren en een paar soepjes. Kan ik de avond ervoor klaarmaken, hoeven ze het alleen maar uit te pakken, of op te warmen en te serveren.

Mijn vrouw zei nog, doe het niet. Haal ze niet binnen, dat wordt ellende. Ga na de lunch open want die paar broodjes maken het verschil niet. Deze klanten eten je echt niet rijk. Maar ja ,ik luisterde niet. Ik zag er wel brood in. Peter kijkt me aan. Ja zeg nou zelf. Het is familie, ze kosten niks, ze zijn van de straat en ze vinden het nog leuk ook. Althans dat dacht ik toen. En, ik verdien weer wat terug.

Maar de 3e middag gaat het fout. Mijn moeder stond, net als vroeger, de baas te spelen en splitste mijn schoonmoeder het ene na het andere rotklusje in de maag. En zij stond bij de tap de mooie mevrouw te spelen en de fooien in ontvangst te nemen. En mijn schoonmoeder maar rennen en vliegen. Ja dat mensje is ook 80. En toen mijn moeder haar ook nog eens haar van onder uit de zak gaf omdat ze nog geen ei kon bakken was Truusje er klaar mee.

Ze trok haar jas aan en vertrok zonder een woord te zeggen. Ja thuis, toen heeft ze huilend mijn vrouw gebeld en alle ellende van de afgelopen 25 jaar er ook gelijk maar uit gegooid uit. Ze voelde zich altijd al door mijn moeder in de hoek gezet.

En nou is mijn vrouw boos. Ze is heel boos op mijn moeder, die zij even goed de waarheid gaat zeggen. Nou en dat wordt niet gezellig, want dan heb je 2 van die haaibaaien tegenover elkaar staan. En mijn moeder laat zich echt niet de kaas van het brood eten. Nee, ik blijf daar maar liever even weg.

Ze is ook boos op mij, want ik ben die sufferd die dit het allemaal in gang heeft gezet. Ik had moeten luisteren. Dat heeft ze me nu al een aantal malen uitgebreid verteld.

Peter kijkt me over zijn koffie heel zielig aan. Ik moet langs hem heen kijken want het kost me moeite serieus te blijven. Ik zie het hele tafereel zich voor mijn ogen afspelen. Gedurende een halve minuut zwijgen we. Hij kijkt vragend naar mij, maar ik drink koffie om tijd te winnen en me professioneel te herpakken.

Wat wil je nu als eerste bereiken vraag ik. Het oplossen zegt Peter. Eerst maar met mijn vrouw. Hoe ga je dat doen vraag ik. Maar weer veel luisteren zucht hij. Veel luisteren en dan doen wat ze zegt. Na de lunch pas open gaan, want, naast deze ellende, heb ik er niets aan verdiend en de fooi zit in de portemonnee van mijn moeder.

En dan vraag ik. Ja dan moet ik die oudjes weer aan tafel zien te krijgen. Ik denk dat ik het hele spul mee neem naar een restaurant en dan eten we met zijn 4-en maar een hapje om het op te lossen. Een soort familiediner zeg maar.

Wel vervelend zegt Peter, want dan moet ik de zaak weer dicht doen en verdien ik weer niks. Ik heb nog steeds geen mensen. Even verbeeld ik me dat Peter mij hoopvol aan kijkt.

Ik heb geen horeca-talent hoor roep ik snel. Maar dit doe je goed. Liever alles maar  met iedereen uit gesproken. Zet ze bij elkaar aan tafel, dat is een prima manier om de problemen op te lossen. Zouden meer mensen moeten doen.

Peter knikt. Ja zegt hij. Ik had beter moeten luisteren en overleggen met mijn vrouw, dat had een hoop ellende kunnen voorkomen. Ze weet het vaak beter.

Ik knik ook, maar zeg er hier even niets op. Ik houd me op de vlakte en blijf neutraal; net als Zwitserland. Je gaat dat namelijk zien als je het door hebt.  😊